onzin in onzekerheden
binnen geslopen langs
achterwegen deinen in het oor
alsof er golven spreken in koor
ons wil een ieder bekoren
geen klaprozen zonder verzoek
pollen met veters gestrikt
het rood van schreeuwend bloed
geen wieken aan de arme wolken
want het zijn de katvogels
die het hoofd bevolken, ons
strooit bloemen als honingzaad
zonder monoloog en rijp beraad
het joch schoont zijn gezicht
met krijt en boter, ontwijkt de jam
aan de rechterzijde van zijn neus, ontdoet
zich van melanomen
met een vriendelijke karakter
Be First to Comment